Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], En wie den Naam des HEEREN [23]gelasterd zal hebben, [24]zal zekerlijk gedood worden; de ganse vergadering zal hem [25]zekerlijk stenigen; alzo zal de vreemdeling zijn, gelijk de inboorling, als hij den NAAM zal gelasterd hebben, hij zal gedood worden. 23. Hebreeuws, doorstoken hebben; gelijk boven, vs.11. Zie aldaar. 24. Hebreeuws, stervende gedood worden; dat is, men zal niet nalaten hem te doden zonder enige verschoning te gebruiken. Alzo in het volgende. 25. Hebreeuws, stenigende stenigen.